Van 30 januari tot en met 14 juni 2015 presenteert het Joods Historisch Museum de tentoonstelling Joden in de Cariben. Bezoekers van de expositie zullen op een toegankelijke manier de joodse geschiedenis van Suriname en Curaçao ontdekken. Het is een geschiedenis van bijna vierhonderd jaar waarin handel, plantages, slavernij en vermenging van culturen een grote rol hebben gespeeld. Het is voor het eerst dat aan dit onderwerp een overzichtstentoonstelling wordt gewijd. Joden in de Cariben vertelt het verhaal van de joodse gemeenschappen die zich vanaf de zeventiende eeuw vanuit Amsterdam vestigden in een onbekende, nieuwe wereld: via Brazilië en Nieuw-Amsterdam (nu New York) trokken Portugese joden naar Suriname en Curaçao. Dankzij de grote economische en religieuze vrijheid die joden in deze landen genoten en door hun wijdvertakte handels- en familienetwerken, ontstonden daar bloeiende joodse centra. In de tropen waren de specifieke maatschappelijke omstandigheden anders dan in Nederland en deze leidden tot een nieuwe uitdrukking van de joodse identiteit.De samenlevingen van Curaçao en Suriname vertonen wel verschillen. Terwijl in Curaçao sprake was van een handelscultuur, ontwikkelde zich in Suriname een plantagecultuur. Dit verschil was mede bepalend voor de mate waarin de joodse gemeenschap assimileerde met de overige bevolking. Door de omgang van de Portugese joden met de Afro-Surinaamse bevolking, aanvankelijk op de plantages en later in Paramaribo, vermengden hun culturen. Op Curaçao was ook sprake van vermenging, maar in mindere mate.
Na de bloei in de zeventiende en achttiende eeuw zette in beide gebieden de neergang in. In de loop van de negentiende eeuw trokken veel joden weg naar Nederland of Amerika. Tegenwoordig is de joodse gemeenschap in Suriname en op Curaçao klein. De sporen die de joodse cultuur heeft nagelaten in bijvoorbeeld culinaire tradities, taal en religieuze gebruiken zijn echter talrijk, zowel in Suriname als op Curaçao. De tentoonstelling Joden in de Cariben is chronologische opgezet en bevat schilderijen van onder meer Frans Post en Job Adriaansz Berckheyde, prenten en dagelijkse en religieuze voorwerpen. Verder zijn er veel oude foto’s en boeiende interviews met Surinaamse en Curaçaose joden te zien. Daarnaast maken de persoonlijke portretten uit het project ‘Suri-joods’ deel uit van de expositie. In deze filmpjes vertellen Surinaamse Nederlanders over wat de joodse cultuur voor hun identiteit betekent. Bij de tentoonstelling verschijnt de rijk geïllustreerde publicatie Joden in de Cariben dat wordt uitgegeven door Walburg Pers. In tien hoofdstukken schrijven verschillende auteurs over de betekenis van deze joodse gemeenschappen in de voormalige Nederlandse koloniën (prijs: € 34,50)
|